Bronnen en Krachtplaatsen in NL & Be

De Hunebedden bij Borger, Drenthe  De Hunebedden bij Borger

531 Geschreven in Mei 2022     


Je vind hunebed D28 en D29 bij de Buinerstraat in Borger  (Zie  OpenStreetMap.org)
en hunebed D27 bij de Hunebedstraat in Borger  (Zie  OpenStreetMap.org)

Hunebed D28 werd in 1927 onderzocht door de archeoloog Van Giffen en later in 1985 nogmaals door de archeoloog J.N. Lanting. Van Giffen vond naast aardewerk en vuursteen ook twee van koperdraad gedraaide kralen; de oudste metalen voorwerpen van Nederland! Waarschijnlijk komt het koper ergens uit Midden- of Zuidoost Europa. De vuurstenen bijlen zouden o.a. uit Noord-Duitsland en Helgoland kunnen komen. Uit het onderzoek van de Groningse archeoloog Lanting bleek dat de dekheuvel van hunebed D28 in één keer was opgeworpen. Hunebed D29 is praktisch even groot als hunebed D28, beidden zijn 7,5 meter lang en ruim 3 meter breedt. Opvallend is de platte deksteen in de vorm van een hart van hunebed D29, die deels van de steunstenen is gegleden. Mogelijk hebben de twee dekstenen van hunebed D29 één geheel gevormd en is de steen gesplitst waarna de twee delen als deksteen gebruikt werden. Helaas is hunebed D29 nooit wetenschappelijk onderzocht zoals men dat wel bij hunebed D28 gedaan heeft, dus we weten daarom niets van wat er in het hunebed gelegen kan hebben.
Rond deze hunebedden zijn veel zwerfstenen en wellicht ook hunebedden verdwenen; verloren gegaan vanwege de steenwinning in de periode van 1880 - 1890, waar men soms wel 10.000 kilo stenen per hectare weghaalde voor allerlei bouwprojecten in het verleden.
 (Bronnen: Clerinx Blz.222v.Ginkel/Jager/v.d.Sanden Blz.94 en 179Gommer Blz.76-77v.d.Sanden Blz.60-61Westmaas Blz.76Hunebedden.nl: D28 & D29Hunebeddeninfo.nl: D28 & D29Mainzerbeobachter.com  en Wikipedia: D28  &  D29).

Hunebed D27 - Het grootste hunebed van Nederland
Al in 1685 werd dit hunebed onderzocht waarover in 1686 gepubliceerd werd door Titia Brongersma. Uit de gevonden botresten concludeerde men in 1686 dat hier gewone mensen, en geen reuzen begraven lagen. Pierre van Eijl (Blz.24) negeert deze menselijke botresten en beweert dat hier nooit menselijke botresten gevonden zijn, wat dus onjuist is. Niet alleen bij hunebed D27 zijn menselijke botresten gevonden, maar ook bij andere hunebedden heeft men menselijke bot- en crematie resten gevonden uit de tijd van de hunebedbouwers.
In 1835 beschrijft R. Westerhof dat er een steenkring van kleinere stenen rondom hunebed D27 lag, doch de archeoloog van Giffen kon daar tijdens zijn onderzoek in 1938 niets meer van terugvinden. Met een lengte van ruim 22 meter en breedte van ruim 4 meter is hunebed D27 het grootste hunebed van Nederland.
Het hunebed heeft in de loop der eeuwen het een en ander te lijden gehad en werd in 1937 en in 1992 gerestaureerd. In 2010 heeft men de ondergrond en inhoud van het hunebed met grondradar onderzocht, maar hier kwam helaas weinig bruikbare nieuwe informatie uit naar voren.
(Bronnen: Boivin Blz.32-37v.Eijl Blz.24-33Clerinx Blz.221-222v.Ginkel/Jager/v.d.Sanden Blz.71,121,128,144-145,178Gommer Blz.73-75Klok Blz.102-105v.d.Sanden Blz.58-59Westmaas Blz.74Hunebedden.nl D27Hunebeddeninfo.nl D27,   & Wikipedia D27).



Krachtplaats
Wigholt Vleer situeert een krachtcentrum in het midden van hunebed D27 en Cois Geysen beschrijft dat hij bij dit hunebed een verhoogde radioactieve achtergrondstraling gemeten had; 159 becquerel. De achtergrondstraling ligt volgens Geysen in Nederland gemiddeld zo tussen de 35 en 50 becquerel. De achtergrondstraling van 159 Bq bij het hunebed lijkt hoog, doch dat valt erg mee; in het menselijk lichaam is deze normaal gesproken 120 Bq per kilogram!  (Zie: AchtergrondstralingGeysen Blz.138Vleer Blz.111).
Woensdag 11 mei 2022 ben ik met Murel, een goede vriendin, naar Borger geweest om de hunebedden te bezoeken. Op het moment dat wij bij hunebed D27 aankwamen liepen er net wat mensen weg zodat we het hunebed helemaal voor onszelf hadden. We maakte van de gelegenheid gebruik om foto's te maken (zonder mensen erop). Het hunebed maakte een geweldige indruk, zodat we ook erg benieuwd waren naar wat de wichelroede zou doen. Deze gaf bij mij duidelijk het krachtcentrum in het midden van het hunebed aan, bij het zijportaal het sterkts maar ook aan de andere tegenoverliggende zijde. Tevens kregen zowel ik als Murel een reactie van de wichelroede in het verlengde van beidde kopse kanten.
Vervolgens zijn we naar hunebed D28 en D29 gegaan, die ongeveer een kilometer verderop liggen. Hier waren een paar mensen gezellig op het grafmonument gaan zitten op de stenen met zeldzame korstmossen. Nadat Murel ze hierop gewezen had stonden ze gelukkig weer op. Hunebed D28, die het dichts bij de weg lag, had een prettige energie. Onze wichelroedes reageerden hier alleen op de kopse kanten. De energie van hubebed 29 leek ons zwakker, de wichelroede's reageerden hier minder sterk, ook bij beidde kopse kanten het meest. We kregen geen reactie bij de zijportalen. Deze hunebedden lagen in een klein bebost deel tussen de weilanden, een mooie plek om even te gaan zitten voor een meditatie.

Martin Roek      


     
     



Wat zijn Hunebedden?
Hune is een oud Drents woord dat reus betekend, vergelijkbaar met het Duitse Hüne, dat nog altijd reus of een boom van een kerel betekend. Ook in Genesis 6:4 lezen we over de 'Huynen'; 'reuzen', deze stenen 'bedden' waren zo men dacht gebouwd door reuzen.
 (Bronnen: Clerinx Blz.19v.d.Sanden Blz. 16-17  en  Wikipedia).

De in Nederland gevonden hunebedden werden in een vrij korte periode gebouwd tussen 3450 en 3100 v.nul door mensen van de Trech­ter­beker­cultuur. Men heeft in de Nederlandse hunebedden vrij weinig menselijke resten gevonden, van de zure bodem in Drenthe is bekend dat die het botten­mate­riaal grondig vernietigd. Hetzelfde zien we bij het grootst gevonden grafveld van West Europa uit de steentijd bij Dalfsen, waar van de skeletten niets over is en men slechts enkele lijksilhouetten gevonden heeft. Uit de wel gevonden resten bot en crematieresten uit de hunebedden is niet goed op te maken in welke richting de overledenen begraven werden en hoeveel mensen hun laatste reis via een hunebed maakten. Er werden wel veel potscherven gevonden in de meer westelijk gelegen hunnenbedden en nabij gelegen regio's in Duitsland. Dit kunnen urnen zijn geweest of grafgiften.
 (Bronnen: Clerinx Blz.38, 179-180 en 192-193v.d.Sanden Blz. 11 en 16Hunebeddeninfo.nl grafveld DalfsenHunebednieuwscafe.nl  &  Wikipedia).



Oorspronkelijk waren de ruimten tussen de grote stenen opgevuld met kleinere stenen en lag er een dekheuvel over de hune­bedden, die alleen toegankelijk waren via een ingang aan de zijkant.
Alleen hunebed D13 in Eext heeft nog een dergelijke dekheuvel die alle hunebedden oorspronkelijk hadden. Vroeger leidde een klein trapje naar de binnenruimte, wat dit hunebed weer uniek maakt.
Hunebedden waren dus een soort van grafheuvels waar men via de zijkant nog toegang tot had die gebruikt werd om overleden te kunnen bijzetten, wat nog honderden jaren gebeurde na de bouw van het laatste hunebed.
Op alle informatie bordjes die ik bij de hunebedden heb zien staan valt te lezen: "Een hunebed is een grafmonument. Behandel het met respect", doch ik merk hier weinig van.
Ik zie zowel kinderen als volwassen op de grafmonumenten klimmen, wat dus totaal respectloos is, alsof je op een kerkhof bovenop de grafstenen gaat staan om alles goed te kunnen bekijken. Men is dan ook bezig om te kijken of er bordjes met een klimverbod geplaatst kunnen gaan worden.
Ook op informatieve video's op de website van de Hunebedden Beheergroep (HBG) te Borger gaat men respectloos met hunebedden en grafheuvels om, te zien is hoe men dwars door de hunebedden heen loopt, erin gaat liggen, er bovenop gaat zitten en bovenop een grafheuvel gaat staan. De Hunebedden Beheergroep is o.a. ook verantwoordelijk voor het plaatsen van de informatieve bordjes bij de hunebedden waarop men een respectvolle omgang van de hunebedden van bezoekers verwacht... men begrijpt blijkbaar zelf niet wat een respectvolle omgang zou kunnen zijn.
Bezoekers lijken te denken dat deze enorme stenen wel wat kunnen hebben en dat men er gerust op kan klimmen of op kan gaan zitten. Helaas hebben de hunebedden hier wel onder te lijden zodat ze sneller eroderen en beschadigt men de zeldzame korstmossen die soms alleen nog op deze hunebedden te vinden zijn.
 (Bronnen: Clerinx Blz.192-193Hoven & Hovius Blz.29v.d.Sanden Blz. 11 en 16AD.nl - KlimverbodArcheologieOnline.nlHunebednieuwscafe.nl - KlimverbodHunebednieuwscafe.nl - Wat zijn HunebeddenTrouw.nl - Klimverbod  &  Wikipedia).

Krachtcentra
Dat de hunebedden op krachtcentra zouden liggen wordt vaak naar het rijk der pseudowetenschap verwezen en dus als onzin afgedaan. De hunebedden werden echter wel op speciaal daarvoor uitgekozen lokaties gebouwd; in Nederland allemaal op een verhoging in het landschap; de Hondsrug; een 70 kilometer lange verhoging met energetische eigenschappen waarop de meeste hunebedden te vinden zijn. Bij 39 van de 53 gemeten hunebedden was de radioactieve achtergrondstraling bovendien beduidend hoger  (Zie Martin Roek - Achtergrondstraling  en  dehondsrug.nl).
We zien dus wel degelijk een sterkere energie bij veel hunebedden. Naar aanleiding van deze metingen en mijn eigen ervaringen blijken zeker niet alle hunebedden op een krachtcentrum te staan, zoals Sietse van der Tuin zo stellig beweerd  (Zie: v.d.Tuin Blz.30-32).
De hunebedden waren in de tijd dat ze gebouwd werden zeer markante bouwwerken; heilige plaatsen waar men de voorouders begroef en eerde. De energetische kwaliteit van bepaalde lokaties op de hondsrug oefende blijkbaar een zekere aantrekkingskracht uit om hier een heiligdom te bouwen.

Heiligdom
De hunebedden waren meestal op een verhoging in het landschap gebouwd, grotendeels bedekt met aarde. Hunebedden en grafheuvels zijn toegangen naar de Andere Wereld waar de voorouders zich bevinden. De overledenen werden met een ceremonie hier gecremeerd en/of begraven en later kwam men hier voor herdenkings en raadplegingsceremoniën, waarbij er ook aan de voorouders geofferd werd. Vaak hield men bij grafheuvels en hunebedden ook vergaderingen, rechtsgedingen en nam men besluiten, waarbij mogelijk ook de voorouders in gedachten werden gehouden en/of geraadpleegd. De hunebedden zijn plaatsen van de voor­ouders en natuurgeesten/goden; poorten naar de Andere Wereld waar men ceremoniën en rituelen deed om de voorouders en de natuurgeesten te eren en te raadplegen; het waren ook religieus-spirituele centra.
Sommige mensen menen dat de hunebedden geen graven voor de voorouders waren maar heiligdommen, spirituele centra. Alsof dit een tegenstelling zou zijn; het zou juist vreemd zijn wanneer in heiligdommen zoals de hunebedden de voorouderspirits compleet buitengesloten zouden worden. In het oude sjamanisme raadpleegt men juist de voorouders en de natuurgeesten/goden, waarom zou men dit in de tijd van de hunebedden dan niet gedaan hebben? Belangrijke overledenen zoals stamoudsten, sjamanen, priesters en priesteressen, zullen in het heiligdom rond de voorouders en natuurspirits/goden bijgezet zijn, zodat latere generaties ze eer kunnen bewijzen en kunnen raadplegen.
In de mythologie van latere volkeren zijn heuvels vaak het domein van de Andere Wereld, waar de elfen en andere natuurspirits wonen. Via grotten en andere openingen in de aarde kon men de onderwereld betreden, de wereld van de overledenen, de Andere Wereld. De vondsten van menselijke resten in de hunebedden en de offergaven liggen in lijn met deze mythologie van latere volken in deze regio. Aan de hunebedden zullen dus mogelijk alleen stamoudsten, priesters en priesteressen na hun overlijden toevertrouwd zijn; inspirerende mensen met een zeker aanzien. Hunebedden zijn zo het schijnt dan ook in de eerste plaatst heiligdommen, speciaal gebouwd voor de Andere Wereld van de overleden voorouders die hieraan toevertrouwd werden en voor de natuurspirits zoals o.a. de Goden en Godinnen.

Martin Roek