Bronnen en Krachtplaatsen in NL & Be
Hunebed D12, D13 en D14 bij Eext, Drenthe
Hunebed D12 ligt achter de Anderenseweg in Eext.
In het verlengde van de Boermarkeweg gaat tussen nummer 31 en 35 van de Anderenseweg een fiets/wandelpaadje naar hunebed D12.
(Zie OpenStreetMap.org).
Hunebed D13 ligt bij de Jan Oostingweg in Eext
(Zie OpenStreetMap.org).
Hunebed D14 ligt aan de Stationsstraat in Eext
(Zie OpenStreetMap.org).
Hunebed D12
Hunebed D12 was wat lastig te vinden, vanaf de kant waar ik vandaan kwam stond het slecht aangegeven, toen ik weer een stukje terug fietste
zag ik wel met bordjes aangegeven waar het hunebed was. Hunebed D12 is een vrij klein hunebed van nog geen 3 bij 7 meter. Vlak tegen het hunebed
heeft heel lang een boom gestaan, doch deze werd bij de grond afgezaagd. De dekstenen zijn in de loop der geschiedenis aan één kant
in de grafruimte gestort, van de draagstenen die aan die zijde gestaan hebben ontbreekt ieder spoor.
In het hunebed zijn rond 1760 enkele urnen gevonden die ondersteboven geplaatst waren.
Volgens de één had Hunebed D12 een zijportaal (Zie:
v.Ginkel/Jager/v.d.Sanden Blz.170 en
v.d.Sanden Blz.39)
en volgens een ander zat de opening niet aan de zijkant maar aan de korte zijde,
zoals we dat ook zien bij de Dolmen in België
(Zie: Clerinx Blz.17,
Gommer Blz.51 en
RUG.nl).
Dit hunebed zou daarom ook wel een oer-dolmen genoemd worden.
Dit hunebed is een Rijksmonument.
(Bronnen:
Clerinx Blz.17, 211,
v.Ginkel/Jager/v.d.Sanden Blz.170-171,
Gommer Blz.51-52,
v.d.Sanden Blz.39,
Westmaas Blz.46-47,
Hunebedden.nl D12,
Hunebeddeninfo.nl D12,
Hunebednieuwscafe.nl D12,
RUG.nl D12
en Wikipedia D12).
Hunebed D13
Hunebed D13 werd in 1756 ontdekt in een heuvel. Men heeft toen 'vele urnen en stenen beitels' gevonden in dit
hunebed. Via een stenen trap kon men van bovenaf het hunebed in.
Tijdens een archeologisch onderzoek door van Giffen in 1927 trof men deze trap weer aan.
Deze zou bij het begin van de bouw van het hunebed hier geen deel van hebben uitgemaakt en tijdens een
tweede fase zijn aangelegd, maar nog wel door mensen van de Trechterbekercultuur, die dit hunebed in eerste
instantie gebouwd hadden. Van andere archeologische vondsten was verder geen sprake, men vondt er geen beitels
of urnen, men had alles al eerder opgegraven. Dit is het enige trapgraf hunebed in Nederland.
Het hunebed werd in 1984 nogmaals onderzocht door Jan Lanting van het Groninger Instituut voor Archeologie.
Lanting richte zich meer op de dekheuvel, waarin hij drie lagen uit drie perioden onderscheide.
De laatste ophoging van de dekheuvel was in het Laat-Neolithicum
(2800-2000 v.nul).
Dit hunebed is een Rijksmonument.
(Bronnen:
Clerinx Blz.211-214,
v.Ginkel/Jager/v.d.Sanden Blz.67, 120-122, 132, 170-171,
Gommer Blz.53-54,
Klok Blz.91-96,
v.d.Sanden Blz.40-41,
Westmaas Blz.48-49,
Hunebedden.nl,
Hunebeddeninfo.nl,
Hunebednieuwscafel.nl
en Wikipedia).
Hunebed D14
Hunebed D14 behoort tot een van de jongste hunebedden van Nederland.
In 1871 dacht men het hunebed te restaureren door de dekheuvel te verwijderen. In 1927 werd het hunebed archeologisch
onderzocht door van Giffen, die dit hunebed hierna restaureerde. Van Giffen vond hier ruim 20.000 scherven aardewerk
van de trechterbekercultuur uit de periode 3250-3125 v.nul.
Dit hunebed is een Rijksmonument.
Cois Geysen schrijft (Blz.137-138) dat hunebed D14 op een lokatie met een
verhoogde radioactieve achtergrondstraling ligt; de waarde is bij dit hunebed 132 Bq, terwijl deze in Nederland
gemiddeld tussen de 35 en 50 Becquerel ligt. De achtergrondstraling van 132 Bq bij het hunebed lijkt hoog,
doch dat valt erg mee; in het menselijk lichaam is deze normaal gesproken 120 Bq per kilogram!
(Bronnen:
Clerinx Blz.214,
Geysen Blz.137-138,
v.Ginkel/Jager/v.d.Sanden Blz.56, 171,
Gommer Blz.55-58,
v.d.Sanden Blz.41,
Westmaas Blz.50-51,
Achtergrondstraling,
Hunebedden.nl,
Hunebeddeninfo.nl,
Hunebednieuwscafe.nl
en Wikipedia).
Krachtplaatsen
Dinsdag 12 April 2022 ben ik naar Eext geweest om de hunebedden in deze regio te bezoeken. Ik had de trein naar Assen
genomen en ben vandaar uit gaan fietsen richting Eext. Ik bezocht als eerste hunebed D14, die een geweldige indruk maakte.
Bij ieder hunebed ben ik eerst de omgeving gaan verkennen en heb ik foto's gemaakt. Daarna kwam de wichelroede tevoorschijn.
Bij hunebed D14 was een sterk krachtcentrum waarbij ik bij het zijportaal van het hunebed de sterkste reactie kreeg, doch ook
bij de bomen die bij het informatie bord staan reageerde m'n wichelroede. Een mooie plaats voor een meditatie en/of ritueel.
Daarna fietste ik verder naar hunebed D13, waarvan vanaf het pad niet veel meer te zien was dan een met gras bedekte heuvel.
Slechts vaag leek er een steen op de heuvel te liggen. Ook bij dit hunebed gaf de wichelroede aan dat het hier een krachtcentrum
betrof, doch minder sterk dan hunebed D14. De lokatie voelde wel goed aan, het krachtcentrum mocht dan wat minder sterk zijn,
doch de uitstraling van deze lokatie was geweldig. Er stonden enkele bankjes waarop je rustig even kan gaan zitten voor een
meditatie om de wat subtielere sfeer op je in te laten werken.
Vervolgens bezocht ik de oer-dolmen hunebed D12, het kleinste hunebed van deze drie hunebedden in en rond Eext.
De wichelroede reageerde ook bij dit hunebed, dat blijkbaar op een krachtcentrum stond. Ook de boom vlak naast het hunebed
stond in dit krachtcentrum, bij deze boom kon je even gaan zitten voor een meditatie. Dit hunebed ligt vrij open in de velden
met slechts enkele bomen er omheen. Je hebt wel alle ruimte voor bijvoorbeeld een ritueel, maar wat minder privacy.
Wat zijn Hunebedden?
Hune is een oud Drents woord dat reus betekend, vergelijkbaar met het Duitse Hüne, dat nog altijd reus of een
boom van een kerel betekend. Ook in Genesis 6:4 lezen we over de 'Huynen'; 'reuzen', deze stenen 'bedden' waren zo men dacht
gebouwd door reuzen.
(Bronnen: Clerinx Blz.19,
v.d.Sanden Blz. 16-17
en Wikipedia).
De in Nederland gevonden hunebedden werden in een vrij korte periode gebouwd tussen 3450 en 3100 v.nul
door mensen van de Trechterbekercultuur. Men heeft in de Nederlandse hunebedden vrij weinig
menselijke resten gevonden, van de zure bodem in Drenthe is bekend dat die het bottenmateriaal grondig vernietigd.
Hetzelfde zien we bij het grootst gevonden grafveld van West Europa uit de steentijd bij Dalfsen, waar van de skeletten niets
over is en men slechts enkele lijksilhouetten gevonden heeft.
Uit de wel gevonden resten bot en crematieresten uit de hunebedden is niet goed op te maken in welke richting de overledenen begraven
werden en hoeveel mensen hun laatste reis via een hunebed maakten. Er werden wel veel potscherven gevonden in de
meer westelijk gelegen hunnenbedden en nabij gelegen regio's in Duitsland. Dit kunnen urnen zijn geweest of grafgiften.
(Bronnen: Clerinx Blz.38, 179-180 en 192-193,
v.d.Sanden Blz. 11 en 16,
Hunebeddeninfo.nl grafveld Dalfsen,
Hunebednieuwscafe.nl
& Wikipedia).
Oorspronkelijk waren de ruimten tussen de grote stenen opgevuld met kleinere stenen en lag er een dekheuvel over
de hunebedden, die alleen toegankelijk waren via een ingang aan de zijkant.
Alleen hunebed D13 in Eext heeft nog een dergelijke dekheuvel die alle hunebedden oorspronkelijk hadden.
Vroeger leidde een klein trapje naar de binnenruimte, wat dit hunebed weer uniek maakt.
Hunebedden waren dus een soort van grafheuvels waar men via de zijkant nog toegang tot had die gebruikt werd om
overleden te kunnen bijzetten, wat nog honderden jaren gebeurde na de bouw van het laatste hunebed.
Op alle informatie bordjes die ik bij de hunebedden heb zien staan valt te lezen: "Een hunebed is een grafmonument.
Behandel het met respect", doch ik merk hier weinig van.
Ik zie zowel kinderen als volwassen op de grafmonumenten klimmen, wat dus totaal respectloos is, alsof je op een kerkhof bovenop
de grafstenen gaat staan om alles goed te kunnen bekijken. Men is dan ook bezig om te kijken of er bordjes met een klimverbod
geplaatst kunnen gaan worden.
Ook op informatieve video's op de website van de Hunebedden Beheergroep (HBG) te Borger gaat men respectloos met hunebedden en grafheuvels om,
te zien is hoe men dwars door de hunebedden heen loopt, erin gaat liggen, er bovenop gaat zitten en bovenop een grafheuvel gaat staan.
De Hunebedden Beheergroep is o.a. ook verantwoordelijk voor het plaatsen van de informatieve bordjes bij de hunebedden waarop men
een respectvolle omgang van de hunebedden van bezoekers verwacht... men begrijpt blijkbaar zelf niet wat een respectvolle omgang zou kunnen zijn.
Bezoekers lijken te denken dat deze enorme stenen wel wat kunnen hebben en dat men er gerust op kan klimmen of op kan gaan zitten.
Helaas hebben de hunebedden hier wel onder te lijden zodat ze sneller eroderen en beschadigt men de zeldzame korstmossen die soms
alleen nog op deze hunebedden te vinden zijn.
(Bronnen: Clerinx Blz.192-193,
Hoven & Hovius Blz.29,
v.d.Sanden Blz. 11 en 16,
AD.nl - Klimverbod,
ArcheologieOnline.nl,
Hunebednieuwscafe.nl - Klimverbod,
Hunebednieuwscafe.nl - Wat zijn Hunebedden,
Trouw.nl - Klimverbod
& Wikipedia).
Krachtcentra
Dat de hunebedden op krachtcentra zouden liggen wordt vaak naar het rijk der pseudowetenschap verwezen en dus als onzin afgedaan.
De hunebedden werden echter wel op speciaal daarvoor uitgekozen lokaties gebouwd; in Nederland allemaal op een verhoging in het
landschap; de Hondsrug; een 70 kilometer lange
verhoging met energetische eigenschappen waarop de meeste hunebedden te vinden zijn.
Bij 39 van de 53 gemeten hunebedden was de radioactieve achtergrondstraling bovendien beduidend hoger
(Zie Martin Roek - Achtergrondstraling en
dehondsrug.nl).
We zien dus wel degelijk een sterkere energie bij veel hunebedden. Naar aanleiding van deze metingen en mijn eigen ervaringen
blijken zeker niet alle hunebedden op een krachtcentrum te staan, zoals Sietse van der Tuin zo stellig beweerd
(Zie: v.d.Tuin Blz.30-32).
De hunebedden waren in de tijd dat ze gebouwd werden zeer markante bouwwerken; heilige plaatsen waar men de voorouders begroef en eerde.
De energetische kwaliteit van bepaalde lokaties op de hondsrug oefende blijkbaar een zekere aantrekkingskracht uit om hier een heiligdom te bouwen.
Heiligdom
De hunebedden waren meestal op een verhoging in het landschap gebouwd, grotendeels bedekt met aarde. Hunebedden en grafheuvels zijn
toegangen naar de Andere Wereld waar de voorouders zich bevinden. De overledenen werden met een ceremonie hier gecremeerd en/of begraven
en later kwam men hier voor herdenkings en raadplegingsceremoniën, waarbij er ook aan de voorouders geofferd werd.
Vaak hield men bij grafheuvels en hunebedden ook vergaderingen, rechtsgedingen en nam men besluiten, waarbij mogelijk ook de voorouders in gedachten
werden gehouden en/of geraadpleegd.
De hunebedden zijn plaatsen van de voorouders en natuurgeesten/goden; poorten naar de Andere Wereld waar men ceremoniën en rituelen
deed om de voorouders en de natuurgeesten te eren en te raadplegen; het waren ook religieus-spirituele centra.
Sommige mensen menen dat de hunebedden geen graven voor de voorouders waren maar heiligdommen, spirituele centra.
Alsof dit een tegenstelling zou zijn; het zou juist vreemd zijn wanneer in heiligdommen zoals de hunebedden de voorouderspirits compleet buitengesloten zouden worden.
In het oude sjamanisme raadpleegt men juist de voorouders en de natuurgeesten/goden,
waarom zou men dit in de tijd van de hunebedden dan niet gedaan hebben? Belangrijke overledenen zoals stamoudsten, sjamanen, priesters en priesteressen,
zullen in het heiligdom rond de voorouders en natuurspirits/goden bijgezet zijn, zodat latere generaties ze eer kunnen bewijzen en kunnen raadplegen.
In de mythologie van latere volkeren zijn heuvels vaak het domein van de Andere Wereld, waar de elfen en andere natuurspirits wonen. Via grotten
en andere openingen in de aarde kon men de onderwereld betreden, de wereld van de overledenen, de Andere Wereld. De vondsten van menselijke resten
in de hunebedden en de offergaven liggen in lijn met deze mythologie van latere volken in deze regio. Aan de hunebedden zullen dus mogelijk alleen
stamoudsten, priesters en priesteressen na hun overlijden toevertrouwd zijn; inspirerende mensen met een zeker aanzien. Hunebedden zijn zo het schijnt
dan ook in de eerste plaatst heiligdommen, speciaal gebouwd voor de Andere Wereld van de overleden voorouders die hieraan toevertrouwd werden en voor
de natuurspirits zoals o.a. de Goden en Godinnen.