Bronnen en Krachtplaatsen in NL & Be
Hunebed D15 bij Loon
Je vind Hunebed D15 bij de Heirweg in Loon
(Zie OpenStreetMap.org)
Dit schijnt het enige hunebed te zijn dat vanuit de trein te zien is. Op de foto hierboven de sprinter tussen Groningen en Assen.
Het hunebed is zo'n negen en een halve meter lang en ruim drieëneenhalve meter breedt. Tijdens 'restauratie' werkzaamheden in 1870
is in het verleden de dekheuvel afgegraven. Het hunebed heeft nog wel een bijna volledig aantal kransstenen (18 van de 23), die ooit aan de rand van
de heuvelvoet lagen. Het hunebed mist slechts één van de vijf dekstenen; de middelste. Bij illegale graverijen vond men in
1974 twee klokbekers en een stuk koper van 3,5 bij 4,5 centimeter, die later in de collectie van het Drents Museum terecht zijn gekomen.
Even verderop ten noorden van het hunebed ligt een meertje, ontstaan met het einde van de IJstijd door een
pingoruïne.
(Bronnen:
Clerinx Blz.215,
v.Ginkel/Jager/v.d.Sanden Blz.171,
Gommer Blz.64-65,
v.d.Sanden Blz.44,
Westmaas Blz.52-53,
Hunebedden.nl D15
en Wikipedia D15).
Krachtplaatsen
Cois Geysen beschrijft dat hij bij hunebed D15 een verhoogde radioactieve achtergrondstraling gemeten had; 628 becquerel.
De achtergrondstraling ligt volgens Geysen in Nederland gemiddeld zo tussen de 35 en 50 becquerel, wat de achtergrondstraling
bij hunebed D15 ruim 12 maal zo hoog maakt dan de gemiddelde achtergrondstraling. De achtergrondstraling van 628 Bq bij het
hunebed lijkt hoog, doch dat valt erg mee; in het menselijk lichaam is deze normaal gesproken 120 Bq per kilogram!
(Zie: Achtergrondstraling en Geysen Blz.138).
Dinsdag 7 Juni 2022 ben naar Loon geweest om dit hunebed te bezoeken. Al vanaf grote afstand trok het hunebed mijn aandacht.
Toen ik bij de geweldige hunebed aankwam op m'n fietsje was ik meteen al onder de indruk van dit geweldig mooie hunebed.
Ik ben eerst gaan rondlopen om foto's te maken en de omgeving op me in te laten werken.
Vervolgende liep ik rond met de wichelroede, die sterk reageerde in het verlengde van de beidde kopse kanten en de wichelroede
gaf ook een reactie bij het portaal van het hunebed. Ook volgens Henk Ganzeboom
en Wigholt Vleer ligt dit hunebed op een sterke krachtplaats.
Wigholt Vleer beschrijft dat men bij dit hunebed in het verleden vreemde lichten had waargenomen.
Het hunebed ligt wat afgelegen bij een redelijk besloten stukje groen waar je even lekker kan zitten voor een meditatie of een ritueel!
(Zie ook:
Ganzeboom Blz.75-81 en
Vleer Blz.120).
Wat zijn Hunebedden?
Hune is een oud Drents woord dat reus betekend, vergelijkbaar met het Duitse Hüne, dat nog altijd reus of een
boom van een kerel betekend. Ook in Genesis 6:4 lezen we over de 'Huynen'; 'reuzen', deze stenen 'bedden' waren zo men dacht
gebouwd door reuzen.
(Bronnen: Clerinx Blz.19,
v.d.Sanden Blz. 16-17
en Wikipedia).
De in Nederland gevonden hunebedden werden in een vrij korte periode gebouwd tussen 3450 en 3100 v.nul
door mensen van de Trechterbekercultuur. Men heeft in de Nederlandse hunebedden vrij weinig
menselijke resten gevonden, van de zure bodem in Drenthe is bekend dat die het bottenmateriaal grondig vernietigd.
Hetzelfde zien we bij het grootst gevonden grafveld van West Europa uit de steentijd bij Dalfsen, waar van de skeletten niets
over is en men slechts enkele lijksilhouetten gevonden heeft.
Uit de wel gevonden resten bot en crematieresten uit de hunebedden is niet goed op te maken in welke richting de overledenen begraven
werden en hoeveel mensen hun laatste reis via een hunebed maakten. Er werden wel veel potscherven gevonden in de
meer westelijk gelegen hunnenbedden en nabij gelegen regio's in Duitsland. Dit kunnen urnen zijn geweest of grafgiften.
(Bronnen: Clerinx Blz.38, 179-180 en 192-193,
v.d.Sanden Blz. 11 en 16,
Hunebeddeninfo.nl grafveld Dalfsen,
Hunebednieuwscafe.nl
& Wikipedia).
Oorspronkelijk waren de ruimten tussen de grote stenen opgevuld met kleinere stenen en lag er een dekheuvel over
de hunebedden, die alleen toegankelijk waren via een ingang aan de zijkant.
Alleen hunebed D13 in Eext heeft nog een dergelijke dekheuvel die alle hunebedden oorspronkelijk hadden.
Vroeger leidde een klein trapje naar de binnenruimte, wat dit hunebed weer uniek maakt.
Hunebedden waren dus een soort van grafheuvels waar men via de zijkant nog toegang tot had die gebruikt werd om
overleden te kunnen bijzetten, wat nog honderden jaren gebeurde na de bouw van het laatste hunebed.
Op alle informatie bordjes die ik bij de hunebedden heb zien staan valt te lezen: "Een hunebed is een grafmonument.
Behandel het met respect", doch ik merk hier weinig van.
Ik zie zowel kinderen als volwassen op de grafmonumenten klimmen, wat dus totaal respectloos is, alsof je op een kerkhof bovenop
de grafstenen gaat staan om alles goed te kunnen bekijken. Men is dan ook bezig om te kijken of er bordjes met een klimverbod
geplaatst kunnen gaan worden.
Ook op informatieve video's op de website van de Hunebedden Beheergroep (HBG) te Borger gaat men respectloos met hunebedden en grafheuvels om,
te zien is hoe men dwars door de hunebedden heen loopt, erin gaat liggen, er bovenop gaat zitten en bovenop een grafheuvel gaat staan.
De Hunebedden Beheergroep is o.a. ook verantwoordelijk voor het plaatsen van de informatieve bordjes bij de hunebedden waarop men
een respectvolle omgang van de hunebedden van bezoekers verwacht... men begrijpt blijkbaar zelf niet wat een respectvolle omgang zou kunnen zijn.
Bezoekers lijken te denken dat deze enorme stenen wel wat kunnen hebben en dat men er gerust op kan klimmen of op kan gaan zitten.
Helaas hebben de hunebedden hier wel onder te lijden zodat ze sneller eroderen en beschadigt men de zeldzame korstmossen die soms
alleen nog op deze hunebedden te vinden zijn.
(Bronnen: Clerinx Blz.192-193,
Hoven & Hovius Blz.29,
v.d.Sanden Blz. 11 en 16,
AD.nl - Klimverbod,
ArcheologieOnline.nl,
Hunebednieuwscafe.nl - Klimverbod,
Hunebednieuwscafe.nl - Wat zijn Hunebedden,
Trouw.nl - Klimverbod
& Wikipedia).
Krachtcentra
Dat de hunebedden op krachtcentra zouden liggen wordt vaak naar het rijk der pseudowetenschap verwezen en dus als onzin afgedaan.
De hunebedden werden echter wel op speciaal daarvoor uitgekozen lokaties gebouwd; in Nederland allemaal op een verhoging in het
landschap; de Hondsrug; een 70 kilometer lange
verhoging met energetische eigenschappen waarop de meeste hunebedden te vinden zijn.
Bij 39 van de 53 gemeten hunebedden was de radioactieve achtergrondstraling bovendien beduidend hoger
(Zie Martin Roek - Achtergrondstraling en
dehondsrug.nl).
We zien dus wel degelijk een sterkere energie bij veel hunebedden. Naar aanleiding van deze metingen en mijn eigen ervaringen
blijken zeker niet alle hunebedden op een krachtcentrum te staan, zoals Sietse van der Tuin zo stellig beweerd
(Zie: v.d.Tuin Blz.30-32).
De hunebedden waren in de tijd dat ze gebouwd werden zeer markante bouwwerken; heilige plaatsen waar men de voorouders begroef en eerde.
De energetische kwaliteit van bepaalde lokaties op de hondsrug oefende blijkbaar een zekere aantrekkingskracht uit om hier een heiligdom te bouwen.
Heiligdom
De hunebedden waren meestal op een verhoging in het landschap gebouwd, grotendeels bedekt met aarde. Hunebedden en grafheuvels zijn
toegangen naar de Andere Wereld waar de voorouders zich bevinden. De overledenen werden met een ceremonie hier gecremeerd en/of begraven
en later kwam men hier voor herdenkings en raadplegingsceremoniën, waarbij er ook aan de voorouders geofferd werd.
Vaak hield men bij grafheuvels en hunebedden ook vergaderingen, rechtsgedingen en nam men besluiten, waarbij mogelijk ook de voorouders in gedachten
werden gehouden en/of geraadpleegd.
De hunebedden zijn plaatsen van de voorouders en natuurgeesten/goden; poorten naar de Andere Wereld waar men ceremoniën en rituelen
deed om de voorouders en de natuurgeesten te eren en te raadplegen; het waren ook religieus-spirituele centra.
Sommige mensen menen dat de hunebedden geen graven voor de voorouders waren maar heiligdommen, spirituele centra.
Alsof dit een tegenstelling zou zijn; het zou juist vreemd zijn wanneer in heiligdommen zoals de hunebedden de voorouderspirits compleet buitengesloten zouden worden.
In het oude sjamanisme raadpleegt men juist de voorouders en de natuurgeesten/goden,
waarom zou men dit in de tijd van de hunebedden dan niet gedaan hebben? Belangrijke overledenen zoals stamoudsten, sjamanen, priesters en priesteressen,
zullen in het heiligdom rond de voorouders en natuurspirits/goden bijgezet zijn, zodat latere generaties ze eer kunnen bewijzen en kunnen raadplegen.
In de mythologie van latere volkeren zijn heuvels vaak het domein van de Andere Wereld, waar de elfen en andere natuurspirits wonen. Via grotten
en andere openingen in de aarde kon men de onderwereld betreden, de wereld van de overledenen, de Andere Wereld. De vondsten van menselijke resten
in de hunebedden en de offergaven liggen in lijn met deze mythologie van latere volken in deze regio. Aan de hunebedden zullen dus mogelijk alleen
stamoudsten, priesters en priesteressen na hun overlijden toevertrouwd zijn; inspirerende mensen met een zeker aanzien. Hunebedden zijn zo het schijnt
dan ook in de eerste plaatst heiligdommen, speciaal gebouwd voor de Andere Wereld van de overleden voorouders die hieraan toevertrouwd werden en voor
de natuurspirits zoals o.a. de Goden en Godinnen.