Bronnen en Krachtplaatsen in NL & Be
Lebuïnusput in Deventer, Overijssel
Je vindt de put in de Lebuïnuskerk aan het Grote Kerkhof 42 in Deventer
(Zie OpenStreetMap.org).
De plaats Deventer wordt al rond 840 genoemd als 'Dauentre', later ook 'Deuentre' en in de elfde eeuw 'Devendre'.
Vanaf 1665 zien we de huidige spelling 'Deventer', wat mogelijk een prehistorische waternaam zou kunnen zijn met de
betekenis 'schitterend, uitbuigend'. Een andere verklaring duidt de naam Deventer als afkomstig van de Oud Nederlandse woorden
'threo' wat boom betekend en 'daf' wat staat voor 'doof, dood', dus een 'dode boom'
(Zie: Etymologiebank.nl).
Aannemelijker is dat Deventer afgeleidt is van de woorden 'deve/dave' wat rivier betekend en 'ter/threo' wat boom betekend, dus
boom/bomen bij een waterloop
(Zie: v.d.Dool Blz.46).
Bij de bouw van het sportcentrum de Scheg in Deventer vondt men delen van een nederzetting uit de bronstijd en de ijzertijd; vanaf 1500 voor nul tot
in de vijfde eeuw na nul hebben hier onafgebroken mensen gewoond. Men vondt hier sporen van huizen, opslagplaatsen van graan, waterputten,
gebruiksvoorwerpen en sieraden
(Zie: Canon van Nederland.nl).
In de negende eeuw werdt er een verdedigingswal aangelegd rond het oude Deventer na een aanval van Vikingen.
De Lebuïnuskerk bevond zich hierbinnen, het gebied waar later de Bergkerk gebouwd zou worden
bevond zich buiten deze verdedigingswal
(Zie: v.d.Dool Blz.48 en
Canon van Nederland.nl).
De Lebuïnuskerk
In de achtste eeuw van onze jaartelling kwam Lebuïnus naar Deventer
alwaar hij een houten kerkje bouwde. De bevolking was het echter niet zo eens met zijn activiteiten en staken de kerk in brand en verjoegen
de Christenen. Lebuïnus kwam echter weer terug en herbouwde de kerk, doch na zijn dood in ±773 werdt de kerk wederom in brand gestoken.
Enkele jaren later werdt in ± 776 / 777 de kerk herbouwd door Liudger.
(Bron: v.d.Dool Blz.48,
Mekking Blz.11,
Sinninghe Blz.130-131
en Wikipedia).
Lebuïnes was na zijn overlijden in zijn kerk begraven, doch Liudger kon toen hij de kerk herbouwde, het graf van Lebuïnus niet vinden.
Lebuïnus verscheen toen aan hem in een droom waarin hij vertelde dat Liudger zijn graf zou vinden onder de zuidelijke muur.
Zodoende bevinden de relikwiën van Lebuïnes zich nog altijd in Deventer.
(Sinninghe Blz.131-132).
In de negende en tiende eeuw was de Lebuïnuskerk een tijdlang een toevluchtsoord voor de Bisschop van Utrecht vanwege invallen
van de Vikingen in Utrecht.
De Utrechtse Bisschop Balderik
gaf in de tiende eeuw de opdracht om de oude houten kerk door een nieuwe stenen kerk te vervangen.
(Bronnen: Mekking Blz.14-16
en Wikipedia).
Rond 1040 gaf Bisschop Bernold de opdracht om naast de bestaande stenen
kerk (grijs) een grote Basiliek te bouwen (zie tekening hiernaast).
Deze Basiliek werdt echter twee eeuwen later in 1235 en nogmaals in 1334 door brand verwoest.
(Bronnen: Bartels Blz.12,
v.d.Dool Blz.52,
Mekking Blz.22, 26 en 47-48
en Wikipedia).
De huidige kerk werdt tussen 1450 en 1525 gebouwd, waarin delen van de oude 11de eeuws kerk opgenomen werden.
De Lebuïneskerk behoort daarmee tot de 13 oudste kerken van Nederland.
(Bronnen:
Bartels Blz.12-14,
Deventer.info,
Kunst-en-cultuur.infonu.nl,
Lebuinuskerk.nl,
ReliWiki.nl,
Rijksmonumenten.nl
& Wikipedia).
De Lebuïnusput
In het Overijsselsch Sagenboek van J.R.W. Sinninghe lezen we
dat Lebuïnus een kerk stichte op de plaats waar een heidense heilige bron was, die nu nog in de crypte te zien is
(Sinninghe Blz.130).
In de crypte onder de Lebuïnuskerk vinden we inderdaad een waterput, die nog dateerd uit de tijd van de oude Basiliek uit 1040.
De put heeft een directe verbinding met de rivier de IJssel, zodat men altijd toegang had tot vers drinkwater.
(Bronnen:
v.d.Dool 1998 Blz.57-64,
v.d.Dool 2007 Blz.53,
Schuyf Blz.171,
DeventerToenenNu.nl,
CanonvanNederland.nl
& RTVOost.nl)
Mogelijk bestond deze put al voor de bouw van de Basiliek en bevond de put zich toen naast de oude stenen kerk uit de tiende eeuw
(de grijs ingekleurde kerk op de tekening hierboven).
Dan zou het hier best om een oude heidense heilige bron kunnen gaan die door Lebuïnus gekerstend is door er een kerkje bij te bouwen.
Krachtplaats
Donderdag 18 Februari 2021 ben ik samen de Deventenaar Dagmar naar de Lebuïnuskerk geweest. De kerk was alleen tussen 11 en 12 uur
toegankelijk. We zijn meteen naar de crypte gegaan en hebben daar rondgekeken en ik heb wat foto's gemaakt. Vervolgens de wichelroede
ter hand genomen die direct richting de put wees en naar de put bleef wijzen terwijl ik er rondom liep. Bij de put zelf reageerde de
wichelroede. Na een korte meditatie in de crypte zijn we deze uit gegaan en ben ik in de kerk rondom het verhoogde priesterkoor waaronder
de crypte zich bevindt met de wichelroede gaan lopen. Deze bleef in de richting van de waterput wijzen. Ook buiten de kerk weer hetzelfde
verhaal, pas toen ik in de buurt van de toren kwam begon de wichelroede in mijn looprichting te wijzen. Dit zegt mij dat het putje zich op een
sterk krachtcentrum bevindt. De crypte is een mooie, rustige ruimte waar je bij dit krachtcentrum even rustig op een bankje kan gaan zitten
voor een meditatie. Zeer aanbevolen!