Bronnen en Krachtplaatsen in NL & Be
De Bergkerk te Deventer
Je vindt de Bergkerk aan het Bergkerkplein in Deventer
(Zie OpenStreetMap.org).
De plaats Deventer wordt al rond 840 genoemd als 'Dauentre', later ook 'Deuentre' en in de elfde eeuw 'Devendre'.
Vanaf 1665 zien we de huidige spelling 'Deventer', wat mogelijk een prehistorische waternaam zou kunnen zijn met de
betekenis 'schitterend, uitbuigend'. Een andere verklaring duidt de naam Deventer als afkomstig van de Oud Nederlandse woorden
'threo' wat boom betekend en 'daf' wat staat voor 'doof, dood', dus een 'dode boom'
(Zie: Etymologiebank.nl).
Aannemelijker is dat Deventer afgeleidt is van de woorden 'deve/dave' wat rivier betekend en 'ter/threo' wat boom betekend, dus
boom/bomen bij een waterloop
(Zie: v.d.Dool Blz.46).
Bij de bouw van het sportcentrum de Scheg in Deventer vondt men delen van een nederzetting uit de bronstijd en de ijzertijd; vanaf 1500 voor nul tot
in de vijfde eeuw na nul hebben hier onafgebroken mensen gewoond. Men vondt hier sporen van huizen, opslagplaatsen van graan, waterputten,
gebruiksvoorwerpen en sieraden
(Zie: Canon van Nederland.nl).
In de negende eeuw werdt er een verdedigingswal aangelegd rond het oude Deventer na een aanval van Vikingen.
De Lebuïnuskerk bevond zich hierbinnen, het gebied waar later de Bergkerk gebouwd zou worden
bevond zich buiten deze verdedigingswal
(Zie: v.d.Dool Blz.48 en
Canon van Nederland.nl).
De Bergkerk
De Bergkerk werdt rond 1198 - 1209 gebouwd op een rivierduin bij het oude handelskwartier van Deventer en ligt heden zo'n 15 meter hoger
dan de nabijgelegen Brink.
De Bergkerk was oorspronkelijk aan Sint Nicolaas gewijd en gebouwd in opdracht van de Norbertijnen. De Bergkerk diende als parochiekerk voor het Bergkwartier en de buurtschappen buiten de stad.
Alleen de onderste delen van de torens en kleine delen van twee kapelletjes resten nog van de oude kerk uit het begin van de
dertiende eeuw. De Bergkerk is niet zo oud als de elfde eeuwse Lebuïnuskerk
in het centrum van het oude Deventer. De Bergkerk was oorspronkelijk in een Romaanse stijl gebouwd. In de vijftiende eeuw werd de kerk grondig
verbouwd in de Gotische bouwstijl. De twee torens werden toen verhoogd, de onderste vier geledingen van de torens zijn nog wel in de
oorspronkelijke Romaanse stijl gebouwd van tufsteen, het bovenste deel en de torenspitsen zijn in een laat-Gotische stijl gebouwd
van baksteen.
De beidde torens zijn even hoog, hoewel dat ogenschijnlijk niet zo lijkt, gezien de mythen rond deze twee torens.
(Bronnen: v.d.Dool Blz.58-59,
Goudappel Blz.41 & 95,
VVV brochure Blz.10,
Rijksmonumenten.nl - kerk,
Rijksmonumenten.nl - torens
en Wikipedia)
Mythen
In het Overijsselsch Sagenboek van J.R.W. Sinninghe komen we twee verhalen
tegen waarin twee zussen en rol spelen. In het eerste verhaal is het lage land overstroomt door een wekenlange regenval. Het huis van twee
zussen was overstroomd en ze werden op een vlot meegevoerd door de IJssel. Toen het vlot op een berg vastliep waren ze gered en konden
ze aan land. Uit dankbaarheid voor hun redding hebben ze op de berg een kerk laten bouwen, en omdat de ene zus iets kleiner was, werd
ook één toren iets lager.
(Sinninghe Blz.213).
Het tweede verhaal gaat over de zussen Martha en Beatrice. De jongste zus Beatrice ontmoette een ridder, die ze elke avond ontmoet.
De ridder moet op een gegeven moment Deventer verlaten en vraagt Beatrice of ze met hem mee gaat. Dat wil Beatrice in eerste instantie
niet maar op het moment dat de ridder vertrekt gaat ze toch met hem mee. Martha bleef achter, werdt een oude vrouw en liet de pastoor komen.
Ten gedachtenis aan haar innege band met haar zuster schonk ze al haar geld om een kerk op de berg te laten bouwen. Van deze Bergkerk
moest één toren iets lager zijn, omdat Beatrice wat kleiner was.
(Sinninghe Blz.213-214, een variatie op dit verhaal
kan je lezen op Wikipedia).
Krachtplaats
Wigholt Vleer schrijft dat de Bergkerk op een sterk krachtcentrum gebouwd is waarvan het centrum zich rond het hoofdaltaar bevindt
(Vleer Blz.138).
Op Donderdag 18 Februari 2021 heb ik samen de Deventenaar Dagmar de Bergkerk bezocht.
Nadat we onze fietsen weggezet hadden heb ik eerst wat foto's van de kerk gemaakt.
Daarna ben ik met de wichelroede een paar maal rond de Bergkerk gelopen.
Deze reageerde niet zoals ik verwacht had op de hoogte van het hoofdaltaar, maar bij de zij-ingang (foto hiernaast) en bij de torens.
Ik vond het vreemd dat de wichelroede wel bij de zijbeuk met de zij-ingang reageerde en niet bij de zijbeuk aan de andere kant, dus daar
liep ik nogmaals een keer heen, doch geen reactie van de wichelroede. Bij de zijbeuk met een ingang reageerde de wichelroede pas toen ik
voor de deur stond. Bij de torens begon de wichelroede al vanaf enige afstand in de richting van de torens te wijzen.
Het centrum lag precies tussen de beidde torens.
Mogelijk dat de torens en de zij-ingang op een energiebaan staan. Volgens mij waren de torens hier het krachtcentrum,
een sterk krachtcentrum, doch toch niet zo sterk als de put van de Lebuïnuskerk.
Het was jammer dat de Bergkerk gesloten was, het gebouw doet geen dienst meer als kerk maar men houdt er exposities,
concerten en bijeenkomsten. Ik zou deze kerk zeker een keer willen bezoeken wanneer deze weer open is.