Bronnen en Krachtplaatsen in NL & Be
De Nicolaaskerk te Wiuwert, Frieslân
Je vindt de Nicolaaskerk aan de Terp 1 in Wiuwert
(Zie OpenStreetMap.org).
Het laatste deel van de naam Wiuwert: wert, betekend terp. De oudste vermelding van Wiuwert gaat terug tot de dertiende eeuw doch
sporen van bewoning op deze terp gaan terug tot het begin van de jaartelling. Bij Wiuwert deed men in 1866 een spectaculaire vondst van
gouden sieraden uit de 7de eeuw!
(zie Halbertsma Blz.68-70,
Hepkema Blz.5-6,
Etymologiebank.nl,
Friesmuseum.nl,
Plaatsengids.nl,
Wiuwert-Bristswert.nl en
Wikipedia).
(klik hier voor een close-up van het orgel en gordijn)
Het oudste deel van de huidige Nicolaaskerk is de muur aan de noordkant die uit de 12de eeuw stamt. Oorspronkelijk waren alle muren gebouwd
met de gelige kloostermoppen, doch rond 1869 werden voor de zuidmuur en het koor met moderne bakstenen een nieuwe muur opgetrokken.
De kerktoren is in 1888 gebouwd en de preekstoel dateerd van ruim een eeuw daarvoor, evenals het orgel dat in 1788 door R. Knol gebouwd is.
De beheerder van de kerk vertelde me tijdens m'n bezoek dat praktisch alles in de kerk nog orgineel is zoals dat in de 18de eeuw was;
de preekstoel, de kerkbanken, het doophek, het orgel en de plafondbeschildering van een gordijn rond het orgel.
In 1609 werdt er onder het verhoogde priesterkoor een grafkelder aangelegd voor de familie Walta die woonden in het
naburige slot Waltastate/Thetinga. Dhr Frans Pieter Walta was op 22 januari 1579 nog in een graf in de toren begraven, zodat men mogelijk
daarna met de bouw van de grafkelder onder het priesterkoor was begonnen. Met het verloop van de tijd zijn hier zodoende meerdere overledenen uit
de familie Walta in de grafkelder bijgezet, zoals Walta's echtgenote en/of haar zuster Anna, die hier in 1678 begraven was.
Tijdens werkzaamheden in 1765 troffen timmerlieden de kisten aan met daarin gemummificeerde lichamen. Deze opzienbarende ontdekking
veroorzaakte veel ophef! Het is uiterst zeldzaam gemummificeerde lichamen in een grafkelder aan te treffen. Er ontstond dan ook een
grote toevloed van nieuwsgierigen naar Wiuwert. Om hoeveel mummies het nu zou gaan is niet geheel duidelijk, de één heeft
het over elf doodskisten met elf gemummificeerde lichamen, in 1804 trof men echter nog maar 5 of 6 doodskisten met mummies aan in de grafkelder
en spreekt men ook in andere bronnen over 5 of 6 doodskisten met gemummificeerde lichamen.
Van de oorspronkelijke doodskisten treffen we heden slechts nog vier doodskisten aan met daarin gemummificeerde lichamen.
Halverwege de negentiende eeuw heeft men onderzoek gedaan naar het raadsel van het mummificeren, waarbij ben dacht dat de luchtstroom
door openingen aan beidde zijden van de grafkelder hiermee in verband gebracht zouden kunnen worden. Proeven met dode vogels e.d. die in
de grafkelder opgehangen werden, leken dit te bevestigen. Helaas wordt hedendaags wetenschappelijk onderzoek door de kerk afgehouden,
men meent dat tijdens eerder wetenschappelijk onderzoek enkele mummies meegenomen zijn en nooit meer teruggekomen, zodat er nu nog
maar vier resteren. De mummies van Wiuwert zijn een toeristische atraktie geworden die jaarlijks vele mensen trekt.
Ik had hier wat moeite mee, om op een dergelijke manier met de voorouders om te gaan.
(Bronnen:
Boersema Blz.220-221,
Hepkema Blz.8, 12-19,
Karstkarel Blz.314-315,
Cubra.nl,
Mummiekelder.nl,
NPO.nl,
Plaatsengids.nl,
Reliwiki.nl,
Rijksmonumenten.nl,
Wiuwert-Britswert.nl,
Wikipedia Nicolaaskerk
en Wikipedia Wieuwerd).
Krachtplaats
Ik bezocht de Nicolaaskerk in Wiuwert op mooie zonnige dag in juni 2023.
Ik bleek op dat moment de enige bezoeker te zijn dus had de hele kerk helemaal voor mezelf, hoewel het volgens de gids/beheerder
normaal gesproken drukker was rond deze tijd. Zodoende kon ik rustig alles in de kerk bekijken en foto's maken van het schitterende
interieur. Natuurlijk ben ook in de grafkelder wezen kijken, doch het voelde alsof ik inbreuk maakte op de privacy van de overledenen.
Ik denk niet dat de betreffende overledenen een cariére als toeristische atraktie voor ogen hadden na hun sterven.
Nadat ik de kerk van binnen en van buiten bekeken en gefotografeerd had, was het ik erg benieuwd welk resultaat de wichelroede hier
zou geven; waren de stoffelijke overschotten mede zo goed bewaard en gemummificeerd vanwege een krachtcentrum?
Ik ben een paar maal rond de kerk gelopen met de wichelroede en deze gaf overal dezelfde reactie. De wichelroede wees in de richting
van de kerktoren en gaf daar het krachtcentrum aan.
Hoewel ik dat wel verwachte kreeg ik geen reactie van de wichelroede bij het priesterkoor en de mummies aan de andere kant van de kerk
zoals beschreven door Henk Ganzeboom (Blz.133)
en Wicholt Vleer (Blz.99).
Dus de wichelroede wees tegen mijn verwachtingen in niet het priesterkoor maar de kerktoren als krachtcentrum aan.
De paragnost Jelle Veeman noemt helemaal geen krachtcentrum als zijnde betrokken bij de mummificatie, volgens Jelle Veeman is de
mummificatie een gevolg van natuurlijke (onmeetbare) uitwasemingen vanuit de grond van wetenschappelijk nog onbekende gassen in
combinatie met de luchtstroom in de grafkelder, zoals ook Hepkema dat beschrijft
(zie: v.d.Bosch/Veeman Blz.56
en Hepkema Blz.32).
Mogelijk dat men een onbekende niet meetbare invloed vermoed en dit abusievelijk aan onbekende gassen toeschrijft, terwijl het om
de energie vanuit een krachtcentrum zou kunnen gaan.
De kerk en de omgeving hadden een prettige sfeer, doch in de grafkelder kreeg ik de creeps. Nadat ik klaar was met m'n bezoek aan de
kerk kwam er een groepje bezoekers de kerk bekijken.
Tijd om weer verder te gaan.