De Abdij van Egmond
Archeologie en duizend jaar geschiedenis
E.H.P. Cordfunke
Uitgeverij Walburg Pers, 2010
De middeleeuwse abdij van Egmond was het oudste en lange tijd enige religieuze
en culturele centrum van het graafschap Holland. Rond 925 stichtte graaf Dirk I in
Egmond een klooster voor nonnen. Zijn zoon Dirk II verving dit houten klooster
door een benedictijner mannenklooster. In de eerste eeuwen van haar bestaan was
de band tussen de abdij en de graven van Holland zeer nauw. De opeenvolgende
graven deden rijke schenkingen aan de abdij, onder meer in de vorm van landerijen.
Er was een scriptorium, waar handschriften werden gekopieerd en waar rond 1100
de Egmondse annalen werden samengesteld: een belangrijke geschiedenisbron over
Nederland in de middeleeuwen. In 1573 ging de abdij in vlammen op.
Eeuwenlang herinnerden alleen nog de torens aan het eens enorme complex, totdat
ook deze in 1800 werden afgebroken. De opgravingen van 1938-1948 maakten het
mogelijk de plattegronden van de beide abdijkerken en zelfs van het oorspronkelijke,
houten nonnenklooster te reconstrueren. De aangetroffen skeletten - waaronder dat
van graaf Floris I - werden recentelijk met moderne methoden onderzocht. Nieuw
onderzoek naar de bodemvondsten leverde een schat aan informatie op over de
bewoning van het terrein vanaf de Romeinse tijd tot aan de verwoesting van de
abdij door de Geuzen.
(Bovenstaande tekst komt van de achterkant van het boek)